Vraag 1: Oude beuken koesteren of verjongen?

Vraag 1: Oude beuken koesteren of verjongen?

Wat is de meerwaarde van een oude beukendreef en waarom vervangen we oude bomen niet beter meteen door jonge exemplaren? Oude bomen vragen immers verzorging en kunnen soms zelfs gevaarlijk zijn (omgewaaide bomen, vallende takken, …). Waarom moeite doen om de bomen te verzorgen en ze zo lang mogelijk te behouden?

Wat is de meerwaarde van oude bomen voor biodiversiteit, het klimaat, de waterhuishouding en ons welzijn

De rol van oude beuken voor biodiversiteit

De soortenrijkdom (bv. van vogels, korstmossen, insecten) in beukenbossen neemt sterk toe met de leeftijd van de bomen. Hoe ouder een beuk, hoe meer soorten planten, dieren en paddenstoelen er op of in de bomen leven (zie onderzoek van o.a. Moning & Miller 2009). Deze relatie is positief tot de beuken ongeveer 300 jaar oud zijn, daarna neemt het aantal soorten terug af. 

Andere onderzoekers (Larrieu & Cabanettes, 2012) hebben aangetoond dat het aantal microhabitats (de schuil-, voedings- en woonplaatsen voor tal van planten- en diersoorten) sterk toeneemt met de diameter van beuken. Dergelijke microhabitats komen amper voor bij beuken met een diameter kleiner dan 50 cm, terwijl ze heel frequent voorkomen bij beuken van 100 cm diameter, zoals die in de dreef in Boechout. In natuurlijke beukenbossen leven op elke vierkante kilometer wel 4.000 insecten!

Vanuit ecologisch standpunt en het behoud van biodiversiteit is een oude beukendreef dus zeker te verkiezen boven een jonge dreef

Het is zelfs geen gek idee om aan onze toekomstige generaties te denken, door ervoor te zorgen dat er toekomstige generaties veteraanbomen zijn. Die hebben we immers veel te weinig in onze bossen, hoewel essentieel voor onze biodiversiteit. Volgens specialisten is er zelfs sprake van een generatiekloof in de bomenpopulatie. We kunnen dus wel wat vergrijzing gebruiken.

Aantal microhabitats per diameter van de boom. De beuken in de dreef hebben een gemiddelde diameter van 100 cm.
figuur: Aantal microhabitats per diameter van de boom. De beuken in de dreef hebben een gemiddelde diameter van 100 cm.
Foto: Microhabitat in één van de bomen van de dreef. Dergelijke microhabitats kunnen een hele reeks aan organismen huisvesten.

Biodiversiteit in De Dreef

Een goede inventaris van de planten- en diersoorten die voorkomen in De Dreef ontbreekt spijtig genoeg. Wel zijn we zeker van de aanwezigheid van volgende soorten (www.waarnemingen.be, vleermuuisstudie, eigen waarnemingen): Laatvlieger, Gewone dwergvleermuis, Rosse vleermuis, bonte specht, groene specht, bosuil, boomklever, …

We mogen ook zeker de ondergroei van deze beukendreef niet over ‘t hoofd zien. Hoewel de ondergroei in beukenbossen vaak erg beperkt is, wegens veel schaduw en vaak droge condities, zijn er in de dreef van Boechout toch heel wat elementen van gezonde oude beukenbossen waar te nemen. Zo groeien er o.a. daslook, speenkruid, bosanemoon (zie foto), zoete kers en vlier.  De Dreef van Boechout heeft een echt bosklimaat en is meer dan een rij bomen.

Het heraanplanten van de dreef, zal zonder twijfel tot het verlies van al deze planten en dieren leiden. Enerzijds door het verdwijnen van nestplaatsen en microhabitats rechtstreeks gelinkt aan de oude bomen. Anderzijds door het verstoren van de huidige ondergroei bij de graafwerken, door van een schaduwrijke dreef een zonnige plaats te maken en natuurlijk ook door de verandering van boomsoort (eiken in plaats van beuken). Hierdoor zal het hele ecosysteem verstoord worden en terug van nul moeten starten. Het ondergrondse netwerk van schimmels is bv. perfect aangepast aan beuken, maar niet aan eiken. De huidige soorten en vegetatie zullen bij een ‘verjonging’ dus onherroepelijk verloren gaan en alles zal terug van een kale, warme, droge vlakte moeten starten.  

Foto: Bosanemonen langs de Holleweg, Boechout
Foto: Daslook in bloei tegen de stam van één van de beuken in de dreef in Boechout.

CO2 opname

Zoals iedereen weet nemen bomen CO2 op en helpen ze daarbij de klimaatverandering tegen te gaan. Echter, niet elke boom neemt evenveel CO2 op. Er is een heel duidelijke positieve relatie tussen de koolstofsequestratie (aantal kg CO2 dat per boom en jaar per wordt opgenomen) en de diameter van een boom. Daarnaast zijn er ook verschillen tussen boomsoorten, groeicondities, standplaats, enzovoort. 

De bomen die nu in de dreef staan en opgemeten zijn voor een Visual Tree Assessment, hebben diameters van rond de 100 cm. De bomen die men wil aanplanten hebben de plantmaat 12/14. Dit heeft betrekking op de omtrek van de stam (12-14 cm). Dit wil zeggen dat hun diameter nog geen 5 cm is. 

Dat het verschil in jaarlijkse CO2 opname dus gigantisch is, kunnen jullie zelf afleiden uit onderstaande grafiek.

Figuur: Gemiddelde koolstofvastlegging bij individuele stadsbomen in functie van de diameter, gebaseerd op Nowak (1994). Bron: Literatuurstudie VITO (2012)
Figuur: Gemiddelde koolstofvastlegging bij individuele stadsbomen in functie van de diameter, gebaseerd op Nowak (1994). Bron: Literatuurstudie VITO (2012)

Om een concreet voorbeeld te geven uit de literatuur: grote bomen met een diameter groter dan 77 cm leggen jaarlijks ongeveer 90 keer meer koolstof vast dan kleine bomen met een diameter van minder dan 8 cm (Nowak, 1994). Zoals gezegd gaat het bij de dreef om bomen van 100 cm diameter versus bomen van 5 cm diameter, waardoor het verschil nóg groter is. Je moet 1 boom uit de dreef dus vervangen door 100 jonge bomen om jaarlijks dezelfde hoeveelheid CO2 op te nemen. Om de jaarlijkse CO2 opname van de 99 potentieel te kappen bomen te compenseren, moet je dus 9900 jonge bomen planten. 

Verder hebben grote bomen met een lange levensduur ook het grootste netto-effect op de broeikasgasboekhouding omdat ze per kg vastgelegde koolstof, relatief minder emissies hebben die vrijkomen bij aanplanten en oogst, door transport en gebruik van zware machines. 

Verkoeling en luchtfiltering

De dreef, zoals ze er nu bij staat, zorgt voor veel schaduw en verkoeling. Dit is een belangrijke ecosysteemdienst. Naast het schaduweffect zorgen ook de weerkaatsing van zonlicht door de bladeren en het proces van evapotranspiratie (het resultaat van verdamping en transpiratie) voor koeling: grote bomen kunnen tot wel 370 liter water per dag verdampen. Ook indirect draagt evapotranspiratie bij aan koeling, doordat het de vorming van wind en wolken stimuleert. Uit onderzoek blijkt dat 7% toename van de kroonbedekking in een woonwijk zorgt voor een temperatuurdaling van 1°C. 

Een pas aangeplante dreef daarentegen (zoals op onderstaande foto), draagt helemaal niet bij aan deze processen en dus een gunstig microklimaat. De Holleweg zal na heraanplanting gedurende een tiental jaren een erg warme plek zijn op warme zomerdagen.

Foto: Voorbeeld van een vernieuwde dreef.
Foto: Voorbeeld van een vernieuwde dreef.

Oude bomen en dreven leveren naast verkoeling nog meer ecosysteemdiensten (ESD), zoals op onderstaande figuur te zien is. Zo filteren ze bijvoorbeeld de lucht en zorgen voor een betere luchtkwaliteit. Ook hier geldt, hoe groter de boom en dus hoe groter het bladerdek, hoe meer schone lucht.

Waterhuishouding

Een niet te vergeten aspect is het effect van grote bomen op de waterhuishouding. Er komen steeds vaker hevige regenbuien voor, waarbij het water niet meteen kan worden opgenomen door de grond of worden afgevoerd door het riool. Bomen kunnen een belangrijke rol spelen bij tijdelijke waterberging: ze vangen hemelwater af in hun kroon, waardoor het niet direct op de grond terecht komt, maar verdampt of vertraagd wordt afgegeven aan de bodem. Daarbij maken ze met hun wortels de bodem ook nog eens beter doordringbaar.

Het gaat hier over hoeveelheden van ca. 5000 m3 water/boom/jaar (Bron: iTree, De baten van Bomen), wat heel erg veel is! De hoeveelheid water die kan worden afgevangen is een indicatie voor hoeveel water er minder door het riool hoeft te worden afgevoerd en zorgt dus ook voor heel wat financiële baten. 

Een belangrijk detail is dat de Holleweg volgens Geopunt gemarkeerd is als erosiegevoelig gebied in het kader van de watertoets. We moeten hier dus extra voorzichtig zijn voor afspoeling van de bodem bij hevige regenbuien in het geval van een heraanplant.

Figuur: De groene markering van de Holleweg betekent dat het een erosiegevoelig gebied is.
Figuur: De groene markering van de Holleweg betekent dat het een erosiegevoelig gebied is.

De rol van natuur voor welzijn en mentale gezondheid

Groen is gezond. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een groene omgeving leidt tot een betere gezondheid van mensen, zowel fysiek als mentaal. Groen heeft bijvoorbeeld een positief effect op de luchtkwaliteit, maar ook op het welbevinden van mensen. Daarbij zet een groene omgeving ook aan tot meer bewegen. Dit positieve effect op de gezondheid van mensen kan worden opgevat als een groene dienst van bomen.

In Boechout is de dreef één van die groene trekpleisters. Veel mensen maken er hun dagelijkse wandeling, of passeren er graag op de fiets. Of er een directe relatie is tussen de grootte van bomen en de gezondheidseffecten, weten we niet precies. Wel kunnen we veronderstellen dat er minder mensen een ommetje gaan maken voor pas aangeplante bomen dan voor een mooie statige dreef.

In de ‘Wetenschapsbrochure Natuur en gezondheid’ kunnen jullie meer lezen over de recente onderzoeken over dit thema.

Een reactie

  1. ‘In natuurlijke beukenbossen leven op elke vierkante kilometer 4.000 insecten!’ Dat lijkt mij wel erg weinig of ben ik nou raar? Ik zie deze tekst op meerdere sites terugkomen maar ik kan het niet geloven. Denk dat er ergens een fout is gemaakt en anderen dat klakkeloos van elkaar overnemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *